De Hoge Raad heeft op 8 november 2019 geoordeeld dat een werkgever op grond van goed werkgeverschap verplicht is, om op verzoek van de werknemer, het slapend dienstverband te beëindigen en een transitievergoeding te betalen. In de praktijk was het onduidelijk of de vergoeding gecompenseerd zal worden door het UWV. Minister Koolmees heeft nu met het UWV afgesproken dat ook in deze situatie het UWV een compensatie toekent. Gezien het grote aantal verwachte aanvragen voor compensatie (ook dus die na 1 juli 2015), is het niet haalbaar voor het UWV om binnen de reguliere termijn van 8 weken op grond van de Algemene wet bestuursrecht, te beslissen. Daarom wordt de termijn waarbinnen het UWV beslist als sprake is van zogenoemde ‘oude gevallen’ aangepast naar 26 weken.