De voor werkgevers meest in het oog springende wijziging in 2022 is de premiedifferentiatie voor het Aof waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen kleine en (middel)grote werkgevers. Hoewel het door de toenemende premiedifferentiatie steeds lastiger wordt om algemene berekeningen te maken, staat het volgens ADP vast dat kleine werkgevers (totale loonsom tot 882.500 euro) in ieder geval profiteren van een lastenverlichting. “Zo wordt een werknemer met een minimumloon en vast dienstverband 26 euro per maand goedkoper voor een kleine werkgever, terwijl een (middel)grote werkgever juist één euro meer betaalt in vergelijking met vorig jaar.”
De Aof-premie bedroeg vorig jaar 7,03 procent. Nu is dat 5,49 procent voor kleine werkgevers en 7,05 procent voor de middelgrote en grote werkgevers.
Overige werkgeverslasten: geen eenduidig beeld
De WW-premies blijven voor werkgevers gelijk aan die van januari 2021. Toch kan de werkgever een stijging zien in vergelijking met december 2021. Dit heeft te maken met een tijdelijke verlaging van de premie vanaf augustus 2021 als compensatie voor de toegezegde Baan gerelateerde investeringskorting (BIK) die uiteindelijk niet doorging.
De premies voor de Whk zijn al jarenlang gedifferentieerd. De premie is afhankelijk van de loonsom en de instroom in de ZW en WGA. Alleen kleine werkgevers betalen een sectorale premie. Belangrijke wijziging in 2022 is dat de grens om te bepalen of een organisatie als kleine werkgever wordt ingedeeld, opgetrokken wordt tot 25 maal de gemiddelde premieloonsom. Hiermee is deze grens gelijk aan die van het Aof. Meer werkgevers vallen hierdoor onder de sectorale premies. Afhankelijk van de situatie kan dit een lastenstijging of -daling zijn. De werkgeversbijdrage voor de Zorgverzekeringswet daalt in 2022 van zeven naar 6,75 procent.