Tijdelijke contracten
Werknemers met een tijdelijk contract maken na twee jaar aanspraak op een vast contract in plaats van na drie jaar. Tijdelijke contracten worden als opeenvolgend gezien als zij elkaar met een tussenpoos van 6 maanden of minder opvolgen (was 3 maanden).
Ontslag
Er is nog slechts één vaste ontslagroute. Bedrijfseconomisch ontslag en ontslag door langdurige arbeidsongeschiktheid gaan via het UWV. Ontslag om andere redenen gaat via de kantonrechter.
Transitievergoeding
Alle werknemers, tijdelijk of vast, hebben onder bepaalde voorwaarden recht op een transitievergoeding. Iemand moet tenminste twee jaar in dienst zijn geweest en het contract is initiatief van de werkgever beëindigd.
De hoogte van de transitievergoeding is afhankelijk van de duur van een dienstverband. De hoofdregel is: 1/3 maandsalaris per dienstjaar voor de eerste 10 jaar in dienst en ½ maandsalaris per dienstjaar als men langer dan 10 jaar in dienst is geweest. De vergoeding is maximaal € 75.000 en maximaal een jaarsalaris voor mensen die jaarlijks meer dan dat bedrag verdienen.
WW
Mensen die vanuit een WW-uitkering weer aan de slag gaan voor een lager loon dan voordat ze werkloosheid werden, houden meer loon over. Van elke verdiende euro mag dertig cent gehouden worden. In plaats van de gewerkte uren te verrekenen worden sinds 1 juli de inkomsten verrekend. Dat kan betekenen dat mensen eenmalig in de eerste maand van werkloosheid twee à drie weken later hun uitkering ontvangen. Om ervoor te zorgen dat mensen sneller aan de slag gaan vanuit de WW wordt na een half jaar al het werk als passend gezien.